Boek twee in een serie van drie, het is me er een.
Ik had al weleens gehoord van de problemen waarmee auteurs kampen als ze een serie schrijven en dat je als beginnend auteur je niet moet wagen aan een driedelige serie. Ik begin een beetje te begrijpen waarom. Boek twee van De Orde van de Poortwachters was af. Ik zeg bewust ‘was’. Drie jaar geleden geschreven, toen deel een in de slush pile lag te wachten op een huisje. Waarom zou je gaan zitten wachten als je kunt schrijven? Maar drie jaar is best lang. Door de redactie van deel een heb ik ontzettend veel geleerd en ben ik als schrijver gegroeid, het zou niet goed zijn als het niet zo was. En dat merkte ik toen ik deel twee las nadat deel een was gepubliceerd.
Eerst dacht ik nog dat ik dit deel wel kon oppoetsen, maar na anderhalve maand werd het me duidelijk dat het niet het gewenste effect gaf, het was niet goed. Bovendien zat ik met een plotgat waarin een huis kon verdwijnen. Deel een is behoorlijk aangepast tijdens de redactie, waardoor bepaalde scenes nu als heel erg ongeloofwaardig overkwamen, het paste niet meer bij Nido en de andere personages.
Ik heb veertigduizend woorden geschrapt. Het was bagger. Ik moest opnieuw een verhaallijn bedenken. Ik wist waar ik naartoe wilde, het einde was goed, maar hoe ik er ging komen, moest anders. Gelukkig was er mijn maatje en vaste proeflezer om mee te sparren. Terwijl ze ongeduldig vroeg waar toch deel twee bleef, heb ik haar de samenvatting en de eerste hoofdstukken laten lezen, zodat ze me kon helpen te bedenken hoe ik die veertigduizend woorden terug moest pennen. Het is gelukt!
Personages zijn net mensen, ze gaan leven in je hoofd. Met een kort verhaal komen ze even vluchtig langs, stippen een karakterkenmerk of twee aan en verdwijnen weer net ze snel als ze gekomen zijn. Met een boek leer je de personages kennen, gaan ze leven in je hoofd. Met een serie worden ze levensecht, met hun eigen ideeen en eigenaardigheden, waardoor ze zich niet meer in een verhaal of scene laten persen, maar zelf de weg uitstippelen. In het begin was ik te krampachtig bezig dat te doen, en uiteraard protesteerden de personages tegen bepaalde, onlogische scenes. Toen liet ik het los. Dan maar een deel twee in 2050! Langzaam ontvouwde het verhaal zich in mijn hoofd, fluisterde Nido iets in mijn oor als ik in de rij voor de kassa stond, mompelde Berger een scene als ik nog half-slapend wakker werd.
Tachtigduizend woorden staan er inmiddels weer op papier. Ik heb de tijd. Afgelopen weekend heb ik samen met mijn uitgever besloten om Poortwachters twee begin 2019 uit te brengen. Ik wil het goed doen, het moet een waardige opvolger worden van deel een, die nu zo goed ontvangen wordt. Geen haastklus, maar een doordacht plot dat net zo moet knallen als deel een.
Nog even koester ik de gedachte dat het verhaal, deel twee waar al die trouwe lezers van deel een zo op zitten te wachten, nog even van mij alleen is. Niemand weet nog hoe het verder gaat, niemand, behalve ik, en Nido, en Berger, en Rag…